Date:
De afgelopen decennia zien we in de winter niet alleen steeds meer Brandganzen in Nederland, maar blijven deze ganzen ook steeds langer bij ons. Ganzen die broeden in Arctisch Rusland, blijven soms tot half Mei in Nederland, en ondernemen vanaf daar de trektocht naar het noorden bijna zonder tussenstops. Toch zijn er ook nog individuen die Nederland ruim een maand eerder verlaten, om gebruik te maken van pleisterplaatsen in het Baltische gebied voordat ze doorvliegen naar Rusland. Onbekend is wat de consequenties zijn van deze verschillende migratie strategieën, en of een bepaalde strategie zal leiden tot een bijvoorbeeld een eerdere aankomst in het Arctisch gebied, en wellicht verschillen in het broedsucces.
Om dit te onderzoeken is deze zomer een team van onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) en het Vogeltrekstation naar de broedgebieden van de Brandgans getrokken, naar de kolonie van Tobseda, Noord-West Rusland. In totaal zijn 80 vrouwelijke ganzen uitgerust met GPS-loggers (UvA-BiTS, zie www.uva-bits.nl) en lichtloggers, om zo hun trekroute en migratie strategie in kaart te brengen. Daarnaast is broedsucces van de ganzen gevolgd, vanaf het begin van de nestfase tot het bijna vlieg vlug worden van de juveniele vogels. Op deze manier kan de migratiestrategie gekoppeld worden aan broedsucces, en kan onderzocht worden hoe verschillen in migratiestrategie en overwinteringsgebied leiden tot een verschil in aantal grootgebrachte jongen.
De ‘zenderganzen’ en veel van hun kuikens en partners zijn te herkennen aan kleurringen, specifiek de combinatie wit-zwart. Op dit moment zijn de brandganzen onderweg naar Nederland, en het is belangrijk dat deze ganzen hier terug worden gezien. In de broedgebieden zijn het aantal volgende kuikens geteld van deze ganzen, maar de grootste uitdaging voor deze jonge ganzen is de najaarsmigratie. We willen graag weten hoeveel jongen deze trektocht hebben overleefd, en hiervoor hebben we uw hulp nodig voor het waarnemen van deze ganzen. De brandganzen hebben een witte ring aan de linker poot (afgekort als W.) en een zwarte ring (“noir”) aan de rechterpoot (N.). De ringen hebben enkele combinaties, met als mogelijkheden “enkele streep” (-), “dubbele streep” (=), “driedubbele streep” (E), 1-9 of A-Z. Voorbeelden van mogelijke combinaties zijn: W=NJ (wit dubbele streep, zwart J) of W5NE (wit 5, zwart driedubbele streep). Wanneer U een gans ziet met een kleurring, noteer dan 1) de W.N. kleurringcombinatie, 2) aantal volgende jonge vogels (en kleurringcombinaties indien aanwezig) en 3) aanwezigheid van partner (en kleurring combinatie indien aanwezig). Ook is het goed om te letten op de aanwezigheid van een GPS-logger op de rug of een lichtlogger op de witte kleurring (zie foto). De meeste ganzen zullen waarschijnlijk te vinden zijn in Friesland en Groningen, maar ze kunnen ook op andere plekken opduiken.
bekijk de poster over het aflezen van gekleurringde Brandganzen.
Meer informatie over de expeditie, verhalen en foto’s, staan op www.tobseda.com.
Vragen over dit project? Email Thomas Lameris, t.lameris@nioo.knaw.nl